Lees en huiver.
(Teksten kwamen van www.sexydushi.web-log.nl, een site die niet meer bestaat)
15:00
Ik zit op mijn zolderkamer een beetje doelloos naar buiten te turen. Eigenlijk was het de bedoeling dat ik vandaag zou leren voor mijn tentamens, maar ik neem mezelf wel vaker dingen voor waar uiteindelijk nooit wat van terecht komt. Nu helpt het ook niet mee dat de buurman de godganse dag bezig was met het uitproberen van zijn nieuwe bestuurbare auto. Net hoorde ik een doffe klap en een paniekerige schreeuw. Ik keek uit het raam en zag dat zijn auto’tje was overreden door een jongetje op een step. Sneu.
Er schijnen vanavond wat kennissen van mijn ouders te komen eten. Het wordt echt tijd dat ik het huis uitga, want zulke etentjes verdraag ik niet langer. Een paar maanden terug werd er ook al zo’n fabuleus diner georganiseerd waarbij er een aantal vage ooms en tantes waren uitgenodigd. Tante Lenie stak haar pruik in de fik, oom Kees brak zijn rug tijdens de moonwalk en tante Els werd met spoed door de ambulance afgevoerd, nadat ze haar vinger had afgehakt tijdens het in mootjes hakken van een ui. Geslaagde avond dus.
16:30
Ik zei net tegen mijn vader dat ik enorm veel zin heb in het etentje van vanavond en dat het niet uitmaakt dat ik dan niet in alle rust kan leren voor de laatste tentamenweek dit schooljaar. Hij gaf als antwoord: “Je bent negentien. Kun je je vanavond als Hennie en Truus komen misschien eens normaal gedragen?”.
Ik antwoordde: “Dat moet best lukken. Vooral als Hennie weer over zijn treinverzameling begint. En ik ben trouwens eenentwintig.”
De sfeer zit er goed in.
Mijn vader kent Hennie nog van vroeger. Ze werkten vroeger samen bij ‘melkfabriek de lachende koe’. Vraag me niet waarom mijn vader daar ooit werkte en waarom hij de serieuze behoefte had om daar mensen te ontmoeten, maar ze hebben er in ieder geval een dikke vriendschap aan overgehouden. Hennie is zo ongeveer twee meter lang, kalend, heeft een enorme baard en is de meest saaie man die ik ooit heb ontmoet. Hij schijnt thuis op zolder duizenden treinbanen te hebben uitgestald, wat dan ook perfect overeenkomt met zijn sprankelende persoonlijkheid. Ook hebben ze boven de eettafel zo’n dubbel plafond. Elke avond laat hij het plafond zakken en komt er, hoe kan het ook anders, een treinbaan tevoorschijn. Truus is dik. Te dik. Haar benen zijn van die mijlpalen, bepleisterd met vet. Toch lijkt ze dit zelf niet door te hebben, want op verjaardagen is zij altijd degene die als eerste een homp taart naar binnen stouwt.
Ik zit op mijn zolderkamer een beetje doelloos naar buiten te turen. Eigenlijk was het de bedoeling dat ik vandaag zou leren voor mijn tentamens, maar ik neem mezelf wel vaker dingen voor waar uiteindelijk nooit wat van terecht komt. Nu helpt het ook niet mee dat de buurman de godganse dag bezig was met het uitproberen van zijn nieuwe bestuurbare auto. Net hoorde ik een doffe klap en een paniekerige schreeuw. Ik keek uit het raam en zag dat zijn auto’tje was overreden door een jongetje op een step. Sneu.
Er schijnen vanavond wat kennissen van mijn ouders te komen eten. Het wordt echt tijd dat ik het huis uitga, want zulke etentjes verdraag ik niet langer. Een paar maanden terug werd er ook al zo’n fabuleus diner georganiseerd waarbij er een aantal vage ooms en tantes waren uitgenodigd. Tante Lenie stak haar pruik in de fik, oom Kees brak zijn rug tijdens de moonwalk en tante Els werd met spoed door de ambulance afgevoerd, nadat ze haar vinger had afgehakt tijdens het in mootjes hakken van een ui. Geslaagde avond dus.
16:30
Ik zei net tegen mijn vader dat ik enorm veel zin heb in het etentje van vanavond en dat het niet uitmaakt dat ik dan niet in alle rust kan leren voor de laatste tentamenweek dit schooljaar. Hij gaf als antwoord: “Je bent negentien. Kun je je vanavond als Hennie en Truus komen misschien eens normaal gedragen?”.
Ik antwoordde: “Dat moet best lukken. Vooral als Hennie weer over zijn treinverzameling begint. En ik ben trouwens eenentwintig.”
De sfeer zit er goed in.
Mijn vader kent Hennie nog van vroeger. Ze werkten vroeger samen bij ‘melkfabriek de lachende koe’. Vraag me niet waarom mijn vader daar ooit werkte en waarom hij de serieuze behoefte had om daar mensen te ontmoeten, maar ze hebben er in ieder geval een dikke vriendschap aan overgehouden. Hennie is zo ongeveer twee meter lang, kalend, heeft een enorme baard en is de meest saaie man die ik ooit heb ontmoet. Hij schijnt thuis op zolder duizenden treinbanen te hebben uitgestald, wat dan ook perfect overeenkomt met zijn sprankelende persoonlijkheid. Ook hebben ze boven de eettafel zo’n dubbel plafond. Elke avond laat hij het plafond zakken en komt er, hoe kan het ook anders, een treinbaan tevoorschijn. Truus is dik. Te dik. Haar benen zijn van die mijlpalen, bepleisterd met vet. Toch lijkt ze dit zelf niet door te hebben, want op verjaardagen is zij altijd degene die als eerste een homp taart naar binnen stouwt.
19:01
Hennie en Truus zijn zojuist gearriveerd. Best leuk die oranje broek van Truus. Zeker in combinatie met die mosterdgele ribfluwelen enkellaarsjes. Maar ik zal deze keer eens geen compliment maken, voordat ik de avond straks met een droge boterham in de schuur door moet brengen tussen de veldmuizen en muskusratten. Al weet ik niet wat ik liever heb.